Vijf vragen aan… Gerard Haarman

Een sigaar die bijna onafgebroken tussen zijn lippen bungelt en een ‘Fendt’ pet stevig op zijn hoofd: Haarlenaar Gerard Haarman (57) is een bekende verschijning bij Klink-Nijland. Als kraanmachinist werkt hij al zo’n 17 jaar als ZZP’er voor het infrabedrijf, hoewel niet onafgebroken. Hij maakte tussendoor ook een uitstap naar een andere baan.

“Werken met mensen die hun vak verstaan, dat maakt het voor mij heel plezierig!”

Tijd voor vijf vragen aan… Gerard Haarman.

 

  1. Hoe ben je bij Klink-Nijland terechtgekomen?

“Een van mijn hobby’s is paardenmennen. Hierbij stuur ik een tweespan Welshpony’s door een parcours. Zo heb ik ook Roland Koerhuis (red: mede-eigenaar van Klink-Nijland) leren kennen. Ik werkte toen al vanaf mijn 28-ste bij Heijmans als ZZP’er met mijn eigen kraan, maar op een gegeven moment wilde ik wel eens wat anders proberen. Dat was snel geregeld met Roland.”

 

  1. Moest je wennen?

“In het begin wel, ja. Ik kwam uit een bedrijf waar veel vast lag in regels en procedures. Bij Klink-Nijland was dat anders; daar krijg je meer eigen verantwoordelijkheid. Dat is fijn, want het geeft je veel vrijheid, maar het was wel even wennen. Ik zal een van mijn eerste klussen nooit vergeten. Dat was in Nijeveen, Drenthe, waar het op veengrond lang had geregend. Alles was erg nat en ik kon weinig beginnen. Ik had toen nog niet de ervaring die ik nu heb en zei dat ik wel een goede grondwerker met ervaring naast mij nodig had, omdat ik bang was dat het anders niet goed zou komen.

Op een gegeven moment was het zo nat dat we nauwelijks konden werken, en toen begon het ook nog eens te vriezen. Ik baalde flink, omdat ik de verantwoordelijkheid voelde. Ik zei toen: ‘Dit moet anders. We hebben een rupskraan nodig, dan kunnen we veel meer bereiken.’ Bij een plaatselijke loonwerker stond zo’n kraan, en in overleg met Herman konden we die huren. Uiteindelijk hebben we het zo toch voor elkaar gekregen.”

 

  1. Je bent ZZP’er en er gaat in de toekomst wat veranderen in de wetgeving hierover. Hoe kijk jij daartegenaan?

“Ja, dat klopt. Ik weet eigenlijk nog niet precies hoe dat zal uitpakken. Ik moet er nog eens goed over nadenken. Bijvoorbeeld, mijn eigen kraan zal ook een keer vervangen moeten worden. Dat is een flinke investering en ik ben inmiddels 57 jaar. Dus wat doe je dan? Je ziet nu dat veel ZZP’ers weer in loondienst gaan. Ik sta daar ook niet negatief tegenover hoor, maar laten we eerst maar eens afwachten hoe het allemaal loopt.”

 

  1. Je bent een keer weggegaan bij Klink-Nijland, maar inmiddels weer terug. Kun je daar iets over vertellen?

“Ja, op een gegeven moment was ik er klaar mee, met het werk op de kraan. Je doet het al zo lang dat je je afvraagt: is dit het nou? Moet ik niet eens wat anders proberen? Ik heb ook een vrachtwagenrijbewijs, dus het leek me mooi om daar meer mee te gaan doen. Ik kreeg toen een aanbod om bij een ander bedrijf 6 kuub containerbakken rond te brengen.

Het chauffeurswerk was er echter niet altijd, en dat bedrijf had ook een kraan, dus moest ik uiteindelijk toch weer op de kraan werken. Dat begon te wringen, want ik had die stap niet voor niets gezet. Daarnaast stond mijn eigen kraan thuis stil. Mijn vrouw Frederiek, die de financiën doet, zei dat ik die kraan beter kon verkopen. Dat vond ik ook geen prettig idee. Toen dacht ik: als ik dan toch kraanmachinist moet zijn, dan liever op de manier zoals ik het altijd heb gedaan. Ik heb Herman (red. mede-eigenaar Klink-Nijland) gebeld, en hij zei dat ik wel terug kon komen. Achteraf gezien ben ik blij dat ik het heb gedaan, want het heeft me laten inzien hoezeer ik het werk en de manier van werken bij Klink-Nijland waardeer.”

 

  1. Wat vind je het mooiste aan jouw werk?

“Werken met mensen die hun vak verstaan. Dat maakt het werk voor mij heel plezierig. Gelukkig hebben we bij Klink-Nijland genoeg van zulke mensen rondlopen!

Een van de mooiste klussen was aan de Brinkgreverweg in Deventer, midden in de stad, met overal kabels en leidingen. In het begin dacht ik nog: jeetje, hoe gaan we dit doen? Maar als je dan met vakmensen werkt, wordt het allemaal veel makkelijker en leuker. Uiteindelijk viel het allemaal mee, en achteraf kun je genieten van hoe goed het is verlopen. Vooral als het mooi weer is, je weinig last hebt van grondwater en je met een gezellige, goede ploeg werkt!”